Aangezien dit reisverhaal als blog is opgebouwd leest u steeds de laatste aflevering eerst.
Wilt U alles in chronologische volgorde lezen dan kunt U in de kolom hiernaast op de afzonderlijke hoofdstukken klikken.



zaterdag 5 juni 2010

Ensisheim, 16 april 2010

Het terugkeren hebben we gezien als uitrusten, bekomen van de indrukken. La Locanda Solarola was al de rust zelve, maar nu gaan we nog een stapje verder, totale verwenning.
Maar eerst moeten we nog door Zwitserland.
Aan de grens kopen we ons autowegenvignet, en Esmoreit plakt het netjes, net iets te hoog volgens Eulalie want het staat net in haar zicht, op de voorruit, boven de andere twee. ( 06 en 09 )

Dwars door de bergen, door de St-Gotthardtunnel.  

Alles verloopt vlot tot, zoals gewoonlijk, Basel. Er is file op de snelweg en de gps stuurt ons dwars door Basel. Een beetje cityseeing langs novartis tussendoor. 

De Elzas.
Het hotel domaine du moulin heeft alles om je te verwennen. Rust, mooie kamers, lekker eten en bovenal een uitgebreide wellness.
Tussen 17.00h en 20.30h (we moesten echt wel tegen 21.00h aan tafel) hebben we alles uitgetest:

 


sauna
hammam 1
hammam 2
de stenen verwarmde rustbanken,
de fitnessruimte (roeien, fietsen, loopband)
het binnenzwembad met tegenstroomjet en ingebouwde jacuzzi met reuzebubbels in het midden
de buitenjacuzzi en buitendouche
douches en ligzetels



Totaal bepampeld kunnen we aan tafel.
Het restaurant is in een afzonderlijk gebouw, dichter bij de straat.
We ondervinden dat de franse keuken toch nog altijd een trap, zeg maar een hele verdieping, hoger staat dan de italiaanse.
amuzes du chef:
zalm op taost met zure room, balsamico en preischeuten. Verrassend lekker.
trio van fois gras:
met rozijencompotte
met gelei
met warme taost onder een serviette.
Esmoreit heeft carpaccio van st-jacubsvruchten en gefrituurde scampi, Eulalie gerookte zalm.
Pavé van een zekere vis,
met asperges en risotto. De drie sterretjes in mijn nota's duiden op de totale sensatie van het gerecht. Krokant gebakken, glanzend vlees, met een smaak die je even stil maakt.
Eulalie kiest voor de pavé de perche, Esmoreit voor het kalfsvlees. Ik hoor geen klachten.
Het dessert:
Fantasie van ananas met cocos
Créme brulée
sorbet van mango
mams en Esmoreit hebben 'let tout chocolat'; witte chocolade, chocolade mousse, donker chocolade.
Eulalie heeft bavaroisgebak van citroen, de mangosorbet en de crème brulée.
Alles zonder prédesserts, wedersamenstelling of spumantes, gewoon verschikkelijk lekker.
We besluiten met "we hebben toch nen schonen ouwen dag"

's Ochtends staan we vroeger op, om toch nog eens een toerken wellness te doen. De buitenjacuzzi zou nog niet open zijn, maar dan kennen ze ons nog niet. De deur is gewoon op slot, maar met één draai staat die open, en als je op de juiste knopjes duwt werkt de jacuzzi ook.

Nog een laatste keer alles terug in de koffer krijgen. Bijgaand bewijsmateriaal van de familie klepkes op reis.

Alles kan er in, en door het variabele zeil boven de kofferruimte is er niks van buitenaf zichtbaar. Je zou het niet zeggen maar er zit een systeem met een zekere orde in.

Op de terugweg, de laatste 600 km doen we nog eens een dwars door de stad Luxemburg, aangezien de snelweg voor enkele dagen afgesloten is. Stapvoets met z'n allen (auto's, vrachtwagens en bussen) door het centrum. Ik moet me inhouden, want het verloopt hier gediciplineerder en stiller dan in Napels. Geen claxons, geen gezwaai, geen uitleg. Dit is klein bier bij wat we op de radio horen. Een vulkaan op IJsland is aktief geworden en een aswolk legt alle vliegverkeer lam. Wij rijden.

vrijdag 4 juni 2010

Bologna, 15 april 2010

Inladen, nog een goed gesprek met de eigenares, nog een vriendelijke zwaai naar de man die ons hier de vier voorbije dagen geholpen heeft, een laatste keer door de hekkens.
De terugweg is ingezet.

Zoals gewoonlijk lijkt terugkeren sneller en vlotter te gaan dan doorrijden. Het is vrij stil in de auto. Enige vorm van weemoed of zijn onze zintuigen de laatste dagen overgestimuleerd?
Wat het ook zij, na een goede 600 km rijden we door een landschap dat vrij goed aan thuis doet denken. Vlak, smalle rechte straten door de landerijen, boerderijen. Een van deze boerderijen blijkt ons hotel te zijn, Locanda Solarola.


Achter de receptie staan en zitten drie dames, onze naam is hen bekend, we mogen volgen naar onze kamers. Onze tocht gaat het ganse hotel door, terug naar buiten, een ander gebouw in, het restaurant waar boven onze kamers zijn.















Het is best wel een stemmig hotel met een wat engelse inrichting. Wat is een understatement, want de muren hangen vol tekeningen, schilderijen en spiegels. Het is wat overdone, maar laat dat nu weer zijn charme hebben.

De kamers ademen dezelfde sfeer uit. De vloer kraakt, oud bed, oude kast, oud behang, nieuwe flatscreen.

We zijn nog niet gesetteld, of Eulalie komt al terug onze kamer in, "Bijen in onze badkamer, onze badkamer zit vol bijen". Inderdaad, weliswaar zijn de bijen dood, de vloer ligt van de badkamer ligt vol met de familie, schoonfamilie, vrienden en kennnisen van Maja De Bij.
De drie dames aan de receptie slaan vol afschuw, de rillingen zie je zo door hun lijf gaan, alarm. "Oh no! bzzzzz bzzzzz bzzzzzz". Ze zouden het oplossen, of laten oplossen, want hun lichaamstaal maakt duidelijk dat geen van hen een voet in die kamer zet.

Als we terug aan de kamer komen is het kamermeisje al druk bezig met de stofzuiger, ondertussen schuilen de kinderen in onze kamer. We horen de kamerdeur gesloten worden, het euvel is opgelost. Alleen, de sleutel ligt nog op hun kamer. Buitengesloten dus. Ik heb totaal geen zin meer, om het hotel voor een derde keer te ontdekken, en maak hen duidelijk dat ze het nu eens zelf kunnen oplossen.
Geen probleem.
In de gang komen ze het kamermeisje al tegen. Eulalie haalt haar beste Engels boven "We left the key in our room" een lachje "sorry no english" Ze probeert het dan maar in het Frans "La clef ..." ondertussen maakt Esmoreit, minder taalvaardig maar iets praktischer ingesteld met zijn hand een draaiende beweging alsof hij een slot opent. " Ah, la chiave per la porta". Ze heeft haar handen vol met flesjes voor de minibar, en geeft die aan Eulalie, stopt er andere in haar zakken, en gaat op zoek naar haar sleutelbos. Tweede euvel opgelost.

Het is prachtig weer, we hebben nog wat proviant en een fles wijn. We installeren ons in de tuin tussen de madeliefjes. Tout a fait dans le style.


We hadden nu wel het hotel een paar keer verkend, maar een zwembad zoals op de folder hebben we nog niet gezien. Op expeditie.
Na drie rondjes rond het domein, langs een bouwval, voorbij een afgedankte wasmachiene ligt een verlaten zwembad annex poolhouse. Hier hebben ze nog werk.

Het ziet er op de foto beter uit dan het is. Als je goed kijkt zie je dat in de constructie achteraan geen ramen zitten, en dat er toch meer dan één pan ontbreekt op het dak. Ofwel is dit hotel in volle expansie, ofwel is het in verval, geen idee.

De wijn en de kaas hebben gesmaakt. Eulalie gaat nog een beetje piano spelen.
De buffetpiano blijkt een pronkstuk, het is geleden van de laatste duik in het zwembad dat ze gestemd is. Er komt iemand vriendelijk een andere piano aanwijzen, een keybord vermomd in een zwarte piano.

Voor het avondeten wordt het behoorlijk druk, er is een beurs in de buurt. Een zeer gemengd gezelschap in het restaurant, drie rode vorkjes in de michelin. "Si respira un'atmosfera elegant, dal sapore inglese, in questa casa di campagna" klopt helemaal. Het icoontje voor zwembad is misschien niet helemaal verkeerd, want het mannetje staat klaar om te duiken, maar zwemmen doet het niet.

Er is keuze uit drie menu's, de vrouwen hebben geen idee wat het kost. Op mijn kaart staan er wel prijzen.
Eulalie en ik gaan voor de vissen, mams en Esmoreit storten zich op het vlees.

Menu Mare:
Scampi in een soepje
Zwarte risotto met wortel en prei
Gebakken zeebaars
Verse fruitsalade.
Allemaal best lekker, zonder uitzonderlijk te zijn.

Menu Terra
"Sigaro di polpettone alle erbe fini con emulsione d'uovo all'aceto invecchiato e lattuga fresca" klinkt mooi maar is een eufimisme voor bijzonder obsceen gepresenteerde vleesworst met mayonaise op sla. (maak een mentale voorstelling, denk dat is het niet, maar dat is het dus wel)
Lasagne, lekker hoor ik, maar een beetje weinig. (dit is overigens de eerste keer dat ik dit hoor tijdens deze reis.)
Een steak met gemarineerde peren.
Een chocoladesouflé.

Behalve de worst is het eten hier zeker niet slecht, maar 60€ voor een menu is te duur voor wat het is.

Nog een rustige nacht.
Of dat dachten we toch.
's Nachts moet een mens wel eens naar het toilet. Groot is de kamer niet. Ik hoor Lut rommelen aan de deur. Ze geraakt de badkamer niet in. Na drie pogingen beseft ze dat ze aan de gangdeur staat de trekken, nog een geluk dat ze op slot was, of ze stond daar in de gang. Ik mag er nog niet aan denken wat ze met de grote vaas gedaan had. Proestend neemt ze de juiste deur. Ondertussen ben ik ook wakker, min of meer, en ga voor dezelfde sanitaire stop. Ik maak me de bedenking dat ik zeker niet de gang mag nemen, maar de deur er naast. Net iets te veel er naast want ik loop recht tegen de muur. We zijn iets ruimere kamers gewoon, of zou het toch aan de italiaanse wijn liggen?
Na buikpijn van het lachen, kunnen we toch nog een beetje slapen, voor onze volgende tocht van 600 km.

zaterdag 29 mei 2010

Paestum, 14 april 2010

Dertig jaar geleden, op een steen schuin voor de tempel van Neptunus, heb ik mezelf beloofd om hier terug te komen. Paestum. Het moet hier zijn dat ik, zeventien toen, voor het eerst emotie voelde bij architectuur. Het is ook hier, in een periode van constante twijfel, dat ik de knoop doorhakte om voor architectuur te gaan. Ik was er toen al tien jaar van overtuigd architect te willen worden, maar het moment dat ik definitief moest kiezen sloeg de twijfel toe. Ik vermoed dat men mij hier van die steen is moeten komen halen omdat de bus vertrok. Ik heb geen foto's van toen, de schade is nu ingehaald, wees voorbereid op een stortvloed, hoewel het maar om drie tempels gaat.

Na een omlet en due cappucini onder een gesluierde zon nog 100 km zuidelijker op bedevaart naar Paestum.
Een uitstap bewust tot de laatste van onze reis gehouden. Een hoogtepunt hoort op het einde.

We kunnen parkeren op een privéparking, we staan er helemaal alleen.


Aan het loket is het terug gratis onder de achttien. De dame achter de kassa brabbelt nog iets, en ik zeg maar 'si'. Eulalie: "Ze vraagt of je nog naar het museum wil, 'T IS VIER EURO MEER". Ik blijk te negeren. Achteraf bleek dat we toch een combiticket hadden, snood plan.

Het is hier veel stiller, rustiger dan in Pompeï, sacraler zelfs met de groepen die hier rond lopen. Ook zij zijn onder de indruk.

DE TEMPEL VAN ATHENE (tempio di Cerere)

 
 
 

 
Photobucket
groot panorama na de klik
We zijn hier niet alleen.
De nieuwsgierigheid wint het van de schuchterheid.

DE ONDERGRONDSE TEMPEL
Hier werd veel teruggevonden wat we in het museum zullen zien.
Overigens, Paestum werd pas in 1750 n.C. toevallig ontdekt toen men een weg aanlegde, de weg die nog altijd dwars door het amfitheater loopt. 

 
HET ZWEMBAD (gymnasium)

HET AMFITHEATER

Photobucket
groot panorama na de klik
Je ziet maar de helft van het amfitheater, de andere helft ligt onder en aan de overzijde van de weg.


Photobucket
groot beeld na de klik

Photobucket
iets groter beeld na de klik

DE TEMPEL VAN NEPTUNUS (oorspronkelijk gebouwd ter verering van Zeus) (tempio di Nettuno)
Photobucket
groot panorama na de klik

  

Photobucket
groot beeld na de klik




 

Photobucket
groot beeld na de klik

impressie hoe de tempel er zou kunnen uitgezien hebben.

Photobucket
groot panorama na de klik

  Gelijkaardige foto uit 1900 van Wilhem von Pluschow.

DE TEMPEL VAN HERA (basilica)

       
        
  

Photobucket
groot beeld na de klik


Esmoreit is nog eens teruggelopen naar de tempel van Athene zodat hij nog eens het beeld kon hebben van de twee tempels in het groen.

's  Middag nemen we een pizza in de plaatselijke pizzeria gerund door een plaatselijke maffiose trol. Hij houdt het personeel heel strak in de gaten en charmeert twee Duitse dames aan de tafel schuin over ons.
De pizza italiana, quattro formaggi, capricciosso en fume waren best lekker. Na un caffè kunnen we er weer tegenaan en bezoeken we het museum. Dit is een meevaller, stukken beter dan verwacht. Met een geobsedeerde keramiekster kan dit ook niet anders. Esmoreit en Eulalie doen nog een mislukte poging om een film over pottenbakken af te schermen. Ook de ingang naar de andere verdiepingen kan niet verstopt worden.

In de toiletten kreeg Esmoreit de deur niet dicht. Hij is dan maar na mij op het toilet gegaan, waar de deur wel te sluiten was. Gelukkig. Want toen ik buiten stond kwamen er benden jongeren binnen. Ze trokken aan iedere deur.
Klop klop.  
KLOP KLOP KLOP.
BONKE BONKE BONKE
STAMP STAMP STAMP STAMP
Er is niks dat Esmoreit kan opjagen als hij op het gemak zit.


  
  
 


DE GRAFTOMBE VAN DE DUIKER
De binnenzijden van de graftombes waren mooi beschilderd met taferelen. De duiker symboliseert de overgang, de sprong, van het leven naar het leven na de dood. De andere zijden van het graf vertellen een banket.

 Het pronkstuk,


 
  
Op de bovenste verdiepingen de vondsten uit
DE PREHISTORIE.

   
 
 

Om helemaal in schoonheid te eindigen gaan we dineren in Casa Del Nonno 13, een restaurant met een ster in het schielijk kleine Mercato San Severino.

De gegevens van het restaurant vond ik een paar dagen geleden in de rode Michelin. Aangezien het restaurant een ster heeft, wilde ik er nog niet te veel over vertellen aan mijn reisgenoten, want het zou op voorhand al njet geweest zijn. Het lukt me tenandere ook niet om de naam en de gemeente te onthouden. Namen worden een probleem met de leeftijd.

Als Esmoreit vraagt "Waar gaan we eten?", kan ik ook niet anders antwoorden dan: "Ik weet het niet."
"Maar in welke stad is het dan?" "Ik weet het niet"
"Maar hoe noemt het?" "Dju gulder keut zoagen!"
"Maar hoe gaan we er dan geraken als ge't niet weet?"
Hilariteit.
GPS dan maar. Het juiste adres vinden we niet op onze nochtans nieuwe dvd, maar het pietluttig klein dorpje wel. Het is er stil en donker. Gelukkig ziet Esmoreit een wegwijzer. "Woare?" Ik zie die duidelijk niet, zeker niet als ik naar de verkeerde kant kijk.
We rijden een straatje door met aan weerszijden verkeerslichten, zo smal is het.
"Ge zijt er voorbij, want nu staat de wegwijzer naar de andere richting."
Nog maar eens het straatje door. De vrouwen in de auto zouden al lang opgegeven hebben. Maar dit dorpje is zo klein en verlaten, dat er hier geen andere restaurant te zien is. Bovendien rijden we al zo lang door niemandsland dat terugkeren geen optie is als we nog eten willen hebben vanavond.
Ten einde raad parkeer ik me maar op de eerste ietwat open plaats die ik tegen kom. Bij het uitstappen hangt, tussen een deur en een raam van een verwaarloosd geveltje, een bordje: "Casa del Nonno 13"
Tiens, we zijn er.

Met het risico om de voeten vanonder ons lijf gereden te worden (het is het smalle straatje), bellen we aan.
"Buonasera"
Ik probeer uit te leggen: een tafel voor vier, niet gereserveerd.
"Prego"
En we volgen, trappen af, bocht om, keuken voorbij, trap af, bocht om, amai wat een zicht, trap af, trap af.
We zitten in een oude gewelfde kelder, verschillende verdiepingen hoog.

Onze tafel is de eerste tafel onder de grote boog.
Een charmante ober, eigenlijk sommelier, Domenico Samo, stelt ons zelf voor wat we zullen eten. Een kaart is er niet, prijzen nog minder. En drinken jullie water? Bij het antwoord wijn klaart z'n gezicht helemaal op. Ik zal jullie een heerlijke plaatselijke wijn uitschenken (weer zonder kaart of prijs).

We krijgen een hapje vooraf, iets van rund dat op spumante wijze op een cakeje ligt.

Als antipasta, Buffalo Mozerella op drie wijzen: in brickdeeg, als kroketje, en in millefeuille.

Pasta met pommodore. connelonie met tomate er op, de beste tomaten die er zijn beweert Domenico. De parmezano wordt er ter plekke boven geraspt.

Het is wel een heel gedoe om met die gerechten op plateaus van al die trappen te komen. De keuken ligt tegen het plafond van de kelder aan. Er is een constante stoet van meisjes die zijdelings de trap af komen met gevulde plateaus. Ze blijven aan de tafel staan tot de ober langs komt om je te bedienen.

Als blijkt dat Eulalie haar pasta niet volledig heeft opgegeten zet Dominico haar bord zonder enig commentaar voor mij. Eat!

Als hoofdgerecht varkenskoteletjes, zacht romig gegaard (aan 58°C) met en krokant korstje, vergezeld van aardappelschijfjes en ui zacht gestoomd in appelsien. Voor Eulalie haalt Domenico de lekkerste vis die ze in huis hebben.

Nog een cakeje als prédessert.

Het dessert bestaat uit chocoladecake gevuld met warme chocolade en ijs, een frisocante en een baba met rum.

Het water, zowel frizzante als naturale wordt steeds in de flessen aangevuld.
De wijn was heel lekker.

Voor de afrekening mogen we terug met Domenico mee naar boven. Hij vraagt of alles in orde was. Ik antwoord dat als hij nu even vriendelijk blijft, het heel aangenaam zou zijn. Met een glimlach draait hij het briefje om waar hij de rekening op maakt. "Is het goed zo?" Inderdaad, voor 220 € hebben we in een sterrenrestaurant heel lekker gegeten en gedronken. Lut krijgt ook nog een zakje pasta, dezelfde als we daarnet aten. Thuis blijkt deze pasta even al dente te smaken als op restaurant.
We worden door de sommelier tot aan de deur begeleid. Bij het afscheid drukt hij ons nog eens op het hart om als we nog eens in de buurt zijn, bij hem langs te komen, want we waren de aangenaamste klanten van de dag.